Overzichten | Lasten na Voorjaarsnota (wijzing 1 t/m 3) | Baten na Voorjaarsnota (wijziging 1 t/m 3) | Totaal Voorjaarsnota (wijziging 1 t/m3) | Lasten Najaarsnota | Baten Najaarsnota | Totaal Najaarsnota | Bijgestelde Lasten na Najaarsnota | Bijgestelde Baten na Najaarsnota (wijziging 1 t/m 5) | Totaal bijgesteld Najaarsnota (wijziging 1 t/m 5) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overzicht Algemene dekkingsmiddelen | 944 | -230.052 | -229.108 | -1.408 | -6.457 | -7.865 | -464 | -236.509 | -236.973 |
Overzicht Overhead | 31.498 | -302 | 31.800 | 1.987 | 54 | 2.041 | 33.486 | -248 | 33.238 |
Overzichten VPB en onvoorzien | 50 | 50 | 50 | 50 | |||||
Totaal overzichten | 32.493 | -230.354 | 262.846 | 580 | -6.403 | -5.824 | 33.072 | -236.757 | -203.685 |
Het saldo van de algemene dekkingsmiddelen stijgt met ruim € 7,9 miljoen tot bijna € 237 miljoen voordelig. Dit wordt veroorzaakt door € 1,4 miljoen lagere lasten en € 6,5 miljoen hogere baten. De belangrijkste wijzigingen zijn:
Bijstellingen x € 1.000 | Lasten | Baten |
---|---|---|
Hogere baten gemeentefonds | - | -6.197 |
Lagere lasten en hogere baten eigen financieringsmiddelen | -2.150 | -107 |
Lagere lasten nog te bestemmen middelen | -742 | - |
Hogere inkomsten deelnemingen | - | -153 |
Totaal lasten en baten | -1.408 | -6.457 |
TOELICHTING EXPLOITATIE
In het onderdeel nog te bestemmen middelen is een aantal collectieve stelposten voor de gemeentebegroting opgenomen. In deze Najaarsnota vindt er op onderstaande onderwerpen een gezamenlijke bijstelling plaats van ruim € 0,7 miljoen (lagere last).
Op basis van de jaarrekening 2023 zijn de de kapitaallasten 2024 bepaald. In deze Najaarsnota zijn de kredieten 2024 geactualiseerd. In de Voorjaarsnota 2024 was rekening gehouden met een voordeel van € 1 miljoen. Daarnaast was er in de programmabegroting 2024 een stelpost opgenomen voor vertraagde investeringen van € 0,45 miljoen. Deze stelposten zijn teruggedraaid, zodat er per saldo nog een voordeel resteert van € 0,13 miljoen. Dit voordeel is toegevoegd aan de begrotingssaldo.
Voor de Voorjaarsnota 2024 is de Jaarrekening 2023 doorgelopen op budgetten waar ruimte was ten opzichte van voorgaande jaren. Dat heeft geleid tot een lijst met budgetten om te laten vrijvallen ten gunste van de begrotingssaldo. Hierbij was ook het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen meegenomen. Bij actualisatie van de budgetten 2024 is gebleken dat het verstandig is die vrijval niet door te voeren omdat het dan mogelijk is de indexering van het onderhoudsprogramma binnen de bestaande budgettaire ruimte te doen. Dit resulteert in een nadeel van € 0,4 miljoen voor het begrotingssaldo.
Vanaf 1 januari 2024 hebben werkgevers en vakbonden een akkoord gesloten voor een nieuwe CAO. Deze CAO geldt tot en met 31 maart 2025. In de Voorjaarsnota 2024 is hiervoor een reservering opgenomen om de personele budgetten bij te ramen. De structurele bijraming heeft plaatsgevonden in de begroting 2025 en in deze Najaarsnota.
De gemiddelde stijging van de loonsom komt uit op 6,03% voor 2024 (inclusief pensioen- en werkgeverspremies). In de loonkostenbegroting 2024 was rekening gehouden met een stelpost van ruim € 1,12 miljoen.
De inkomsten uit het gemeentefonds stijgen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024 met bijna € 6,2 miljoen waarmee het totale fonds voor 2024 voor Purmerend uitkomt op € 212,3 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door ontwikkelingen in de mei- en septembercirculaire 2024.
Tabel samenvatting stijging omvang gemeentefonds uit de mei- en septembercirculaire 2024
Onderdelen (bedrag in €) | Bedrag | I/S | Begrotingssaldo |
---|---|---|---|
1a. ontwikkeling accressen- na nieuwe financieringssystematiek bbp (meicirculaire) | -3,94 miljoen | S | Onttrekking |
2a. Vaststelling 2023 BCF-plafond (meicirculaire) | 1,55 miljoen | I | Toevoeging |
3. Taakmutaties, integratie- en decentralisatieuitkeringen (mei- en septembercirculaire) | 1,73 miljoen | I/S | Toevoeging |
4. Vrijval reservering herijking onderzoek gemeentefonds | 1,30 miljoen | S | Toevoeging |
Totaal omvang/bijdrage aan gemeentefonds | 6,2 miljoen | ||
Financieel effect 2024 (begrotingssaldo) verdeeld per circulaire:1 |
|
|
In 2023 zijn het kabinet en de gemeenten overeengekomen dat het gemeentefonds vanaf 2027 wordt geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) met de verwachting dat de accressystematiek hierdoor minder schommelt. Dit voorjaar is afgesproken dat deze systematiek al vanaf 2024 ingaat. Omdat dit nadeliger uitpakt voor gemeenten, worden gemeenten hiervoor gecompenseerd (regel 1b).
Uitgangspunt is dat het Gemeentefonds meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bruto binnenlands product (bbp) volgt. De indexatie wordt gesplitst in een volumedeel en een prijsdeel. Het volumedeel is gebaseerd op een 8-jaars (historisch) gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp en het LPO-deel groeit evenredig mee met de omvang van de inflatie en volgt de prijs bbp van het lopende jaar. Valt de inflatie hoger uit, dan stijgt het LPO-deel. Valt de inflatie lager uit, dan daalt dit deel van de uitkering evenredig mee. Het prijs-en volumeaccres voor 2024 wordt definitief bepaald in de meicirculaire van dat jaar.
Voor Purmerend zien we dat voor 2024 ondanks de incidentele compensatie vanuit het Rijk voor de vervroegde invoering bbp-systematiek het accres per saldo nadelig uitpakt (regel 1a/b). De oorzaak hiervoor is de lagere inflatieverwachting. Dit nadeel wordt afgewikkeld ten laste van het begrotingssaldo, daar de centrale stelpost voor loon- en prijsontwikkeling nihil is.
Gemeenten kunnen de btw die ze moeten betalen declareren bij het Rijk via het Btw-compensatiefonds. Dit fonds kent echter een plafond. Declareren de gezamenlijke gemeenten méér dan er in het Btwcompensatiefonds beschikbaar is, dan moet het gemeentefonds bijpassen. Blijft er geld over, dan vloeit dit terug naar het gemeentefonds. Bij de definitieve berekening voor 2023 blijkt deze laatstgenoemde situatie het geval. Dit overschot van landelijk € 214 miljoen uit 2023 is toegevoegd aan het gemeentefonds en betekent voor Purmerend een incidenteel voordeel van ruim € 1,5 miljoen in 2024. Daarnaast wordt in de septembercirculaire een voorschot verstrekt op de verwachte onderschrijding in 2024. Dit voorschot van landelijk € 447 miljoen is toegevoegd aan het gemeentefonds en betekent voor Purmerend een incidenteel voordeel van ruim € 1,99 miljoen in 2024.
Dit zijn posten uit het gemeentefonds die een beleidsdoel hebben en normaliter worden toegevoegd aan de beleidsvelden. Gezien de huidige gemeentelijke financiële situatie en in lijn met de Programmabegroting 2025 -2028 heeft het college voorgesteld deze vrij besteedbare middelen toe te voegen aan het begrotingssaldo en niet toe te voegen aan de beleidsvelden.
Tabel overzicht taakmutaties en integratie- en decentralisatieuitkeringen mei- en septembercirculaire 2024
Bedragen x € 1.000 | Bedrag | I/S | Programma | Circulaire |
---|---|---|---|---|
A. Taakmutaties: | ||||
1..Toevoeging Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) | -56,2 | S | 01. Publiekdiensten | sept. |
2. Toevoeging: werkdrukverlaging jeugdbescherming | 152,9 | S | 02. Samenleving | mei |
3. Toevoeging: bijzondere bijstand en vroegsignalering | 166,2 | S | 02. Samenleving | mei |
4. Toevoeging: WMO hulpmiddelen | 23,5 | I | 02. Samenleving | mei |
5. Toevoeging alleenverdienersproblematiek 2023-2024 | 96,3 | S | 02. Samenleving. | sept. |
B. Mutaties integratie (IU)- en decentralisatie (DU) uitkeringen: | ||||
1. Toevoeging: participatie/SW-bedrijven (IU) | 748,2 | S | 02. Samenleving | mei |
2. Toevoeging: nationaal actieplan dakloosheid (DU) | 214,2 | S | 02. Samenleving | mei |
3. Toevoeging: Jeugdhulp kinderen in een AZC (DU) | 7,3 | S | 02. Samenleving | mei |
4. Toevoeging: LHBTI emancipatiebeleid (DU) | 20,0 | I | 02. Samenleving | mei |
5a. Toevoeging: beschermd wonen (IU) | 309,2 | S | 02. Samenleving | mei |
6. Wet betaalbare huur (DU) | 37,1 | I | 03. Wonen | sept. |
Totaal taakmutaties/integratie- en decentralisatie-uitkeringen mei- en septembercirculaire 2024 | 1.729,2 |
Hieronder volgt een toelichting op de grootste mutaties. Dit zijn posten uit het gemeentefonds die een beleidsdoel hebben en worden toegevoegd aan het begrotingssaldo. Hieronder worden alleen de taakmutaties en integratie- en decentralisatie uitkeringen toegelicht die groter zijn dan € 100.000.
A2. Werkdrukverlaging jeugdbescherming
In oktober 2023 hebben het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de VNG een bestuurlijk akkoord gesloten over het verlagen van de werkdruk in de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering door de gecertificeerde instellingen. Hiervoor is € 60 miljoen benodigd. In het bestuurlijk akkoord is afgesproken dat het ministerie van Justitie en Veiligheid vanaf 2024 structureel jaarlijks landelijk € 30 miljoen bijdraagt aan deze werkdrukverlaging. Voor Purmerend komt dit neer op een toevoeging van € 152.943. Het bestuurlijk akkoord is van kracht, tot het moment dat een wettelijke regeling voor het toekomstscenario of een wettelijke regeling voor een landelijk tarief voor maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering in werking treedt, al dan niet als onderdeel van een wettelijke regeling ter implementatie van de Hervormingsagenda.
A3. Bijzondere bijstand en vroegsignalering
De Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden is in juli 2022 aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Voor deze aanpak worden middelen beschikbaar gesteld om te investeren in betere dienstverlening op het gebied van armoede en schulden. In 2023 zijn deze middelen incidenteel aan gemeenten toegekend. De toekenning vanaf 2024 vindt structureel plaats om gemeenten verder in staat te stellen strategisch en doelgericht te handelen en hun activiteiten uit te breiden zoals het verdubbelen van het gebruik van schuldhulpverlening en het bevorderen van activiteiten om armoede onder kinderen te bestrijden.
B1 en 5a/b. Participatie/SW-bedrijven en beschermd wonen
Aan de budgetten beschermd wonen en participatie is de prijs- en loonindex aangepast naar het prijspeil 2024 met respectievelijk 5,4% en 6,1%. Verder is er een tegemoetkoming verwerkt voor de infrastructuur van sociale ontwikkelbedrijven in 2024 en neemt het budget toe om werknemers te begeleiden die aangewezen zijn op beschut werk. In september is ook nog de volumegroei beschermd wonen toegekend.
B2. Nationaal actieplan Dakloosheid
Met dit actieplan zet het kabinet in op het voorkomen van dakloosheid, om- en afbouw van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze jongeren en volwassenen. In 2023 is er incidenteel geld beschikbaar gesteld, vanaf 2024 is dit bedrag structureel gemaakt (landelijk € 55 miljoen).
Met ingang van 2023 is de herverdeling van het gemeentefonds van kracht. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de VNG hebben aangegeven dat het nieuwe model weliswaar een verbetering is ten opzichte van het oude model, maar dat verder onderzoek nodig is. De agenda bevat onderzoeken naar de maatstaf centrumfunctie en naar de Overige Eigen Middelen. Daarnaast loopt er nog een onderzoek naar grootstedelijkheid. De verwachting is dat pas in het eerste kwartaal van 2025 het Rijk de uitkomsten van de vervolgonderzoeken naar de herverdeling van het gemeentefonds bekend maken. Hierdoor kan de reservering voor 2024 van € 1,3 miljoen komen te vervallen. Voor de jaren 2025-2028 blijft de stelpost van € 1,3 miljoen intact.
Na het verschijnen van de septembercirculaire is gebleken dat de verwerking van de actuele cijfers over de groei van het bruto binnenlands product (bbp) per abuis gedeeltelijk zijn verwerkt in het accres voor gemeenten. Het volumeaccres vanaf 2025 is in deze circulaire gebaseerd op oude groeicijfers bbp en zal bij de decembercirculaire 2024 worden bijgesteld. Dit voordelige effect zal worden betrokken bij de Voorjaarsnota 2025.
In 2024 is de definitie van de maatstaf huishoudens met een laag inkomen aangepast. Door een groei van de aantallen op deze maatstaf waren er grote schommelingen tussen gemeenten. Hierop is de definitie aangepast om de stabiliteit te waarborgen. Uit de septembercirculaire blijkt dat de berekende waarden voor de maatstaf huishoudens met een laag inkomen voor 2023 en 2024 nog niet zijn aangepast naar de nieuwe definitie. Ook was het technisch niet mogelijk deze maatstaf in de betaalspecificatie op te nemen. De inschatting is dat dit wordt aangepast in de decembercirculaire 2024 door het toekennen van een suppletie uitkering lage inkomens.
De rente is het afgelopen halfjaar van 2024 licht gedaald (bijna 0,7%-punt). In de programmabegroting 2024 hielden we rekening met 3,9% voor het aantrekken van langlopende leningen in 2024. Naast dit voordelige prijseffect is er ook een volume effect dat afhankelijk is van de financieringsstromen. We zien de laatste jaren bij de investeringsactiviteiten dat de uitgaven per jaar stijgen maar de geraamde uitgaven (casflows) niet gehaald worden maar wel een claim leggen op het begrotingssaldo. Door het verschuiven van de investeringen en een lager investeringsvolume per jaar ontstaat er een financieringsvoordeel op de leningenportefeuille voor de jaren tot en met 2026. Voor de jaren daarna geldt dat met het huidige investeringsprogramma investeren flink duurder wordt. Om deze behoefte te financieren trekt Purmerend langlopende leningen aan. De financieringsbehoefte van de gemeente wordt gedurende het jaar afgedekt met kasgeldleningen. ln de programmabegroting 2024 is rekening gehouden dat tot een maximum van € 115,6 miljoen vaste geldleningen aangetrokken mogen worden. Op dit moment is er nog geen reden om lang geld aan te trekken. De financieringsbehoefte ligt lager voornamelijk als gevolg van lagere investeringsuitgaven en hogere inkomsten (ondere andere gemeentefonds en specifieke uitkering bekostigingsregeling Oekraïne 2023 en 2024). Tot op heden hebben we de financieringsbehoefte van de gemeente kunnen afdekken met kasgeldleningen, waarbij rekening is gehouden met de kasgeldlimiet. De verwachting is dat er pas in oktober een langlopende lening wordt aangetrokken. Dit voordelige effect maakt ook onderdeel uit van het bovengenoemd financieringsvoordeel, zodat er per saldo nog een voordeel resteert van ruim € 1,9 miljoen. Dit voordeel is toegevoegd aan de begrotingssaldo.
Voor een drietal deelnemingen (HVC, BNG en Alliander N.V.) is het uitgekeerde dividend over 2023 hoger vastgesteld dan oorspronkelijk begroot. De raming is voor dit effect bijgesteld met € 0,15 miljoen en wordt voornamelijk veroorzaakt door een speciaal dividend Alliander van € 0,14 miljoen (in de vorm van interim dividend) over het boekjaar 2024 vanwege de verkoop van energie-aanbieder Kenter (dochter van netwerkbedrijf Alliander). Kenter is overgenomen door pensioenfonds ABP en het Canadese pensioenfonds OMERS.
Het saldo van het overzicht Overhead stijgt met € 2 miljoen tot ruim € 33,2 miljoen nadelig. Dit wordt veroorzaakt door € 2 miljoen hogere lasten. De belangrijkste wijzigingen zijn:
Lasten | Baten | |
---|---|---|
Dak Stadhuis | ||
Het dak van het gemeente huis diende op een paar locaties verzwaard te worden, dit om alle apparatuur die momenteel op het dak gehuisvest is goed te kunnen dragen. | 150 | - |
Elektra en warmte Stadhuis | ||
De HVC heeft geconstateerd dat de elektra en warmte meters niet juist waren. Ze hebben dit met terug werkende kracht bekeken en zijn gekomen een naheffing voor de afgelopen jaren. Naast de naheffing dient met deze wetenschap het budget voor 2024 en verder ook verhoogt te worden. | 313 | - |
Loonkosten | ||
De loonkosten zijn geïndexeerd en de verdeling van de loonkosten op de programma's zijn integraal bijgesteld zodat deze per beleidsveld een betere weergave zijn van de werkelijke personele inzet. Dit leidt tot hogere lasten. | 682 | - |
Overhead SPUK's | ||
Er zijn hogere overheadlasten geraamd voor werkzaamheden die gedekt worden uit specifieke uitkeringen (SPUK). Hier tegenover staat een hogere baat op programma 2 omdat op dat programma de bijbehorende SPUK-baten worden verantwoord. Per saldo is dit budgettair neutraal. | 707 | - |
Inzet projectleiders ict en IV | ||
Hogere lasten door de inzet van projectleiders voor de volgende 3 projecten: het onderzoeken en voorbereiden van de verdere implementatie van Microsoft 365, het ontwikkelen van beleid en randvoorwaarden voor het beheerd uitrollen van nieuwe devices en het inschatten van de impact van de Nis2 wetgevingen en de invloed op onze operationele technologie. | 100 | - |
Diverse | ||
Afwijkingen individueel lager dan € 100.000 | 35 | 54 |
1.987 | 54 |
Voorziening groot onderhoud gebouwen
In deze Najaarsnota wordt voorgesteld om € 95.000 meer toe te voegen aan de voorziening groot onderhoud dan oorspronkelijk begroot binnen de overhead. Dit nadeel wordt veroorzaakt dat er meer verwarmingen vervangen diende te worden dan dat begroot was.
Voorziening Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU)
Wanneer er medewerkers gebruik maken van de RVU doteren wij de verplichting van deze kosten aan de voorziening. Er zijn 2 medewerkers die gebruik zijn gaan maken van de RVU dus er wordt een dotatie van € 44.000 gedaan aan de nieuwe voorziening RVU.
ICT hardware en software
De kosten voor de aanschaf van de firewall en het netwerk zijn € 79.312 hoger uitgevallen dan aanvankelijk geraamd bij de aanbesteding. Dit is te wijten aan de keuze voor hogere kwaliteit, waaronder de aanschaf van extra switches en kasten, die essentieel zijn voor het waarborgen van een veilige en betrouwbare omgeving.
Er is in deze Najaarsnota nog geen rekening gehouden met de vennootschapsbelasting over het jaar 2023 en 2024. De vennootschapsbelasting over 2024 wordt in de jaarrekening 2024 opgenomen. De aangifte 2023 wordt momenteel berekend en de verwachting is dat deze in het vierde kwartaal wordt ingediend.